Boekweit behoort tot de duizendknoopfamilie, zoals rabarber. Het levert driehoekige zaadjes die wat van kleine beukennootjes hebben. Omdat de voedingswaarde van boekweit op die van granen lijkt, wordt het toch bij deze groep ingedeeld, ook al is het eigenlijk een zaad. Je hoort wel eens de naam ‘pseudograan’. De plant komt oorspronkelijk uit China, maar voelt zich ook thuis op onze zandgronden.
Boekweit bereiden
Je kan het als kookgraan bereiden, al moet je misschien even wennen aan de smaak, die kenmerkend en nootachtig is. Je vindt ook geroosterde boekweit in de winkel onder de naam kasha of casha. Je bereidt de korrels net zoals risottorijst of linzen. Spoel goed en voeg per kopje boekweit twee kopjes water toe. Laat vijftien tot twintig minuten koken en serveer de korrels zo of meng ze in een salade.
Boekweitgries – ook wel gebroken boekweit of boekweitgrutten genoemd – is vooral geschikt om een pap of pudding klaar te maken. Na zeven à tien minuten koken in water zijn ze zacht en romig.
Het bekendst zijn de boekweitpannenkoeken, bereid met boekweitmeel of -bloem. Probeer het ook in ontbijtpapjes of smoothies. In Azië maakt men er noedels van: sobanoedels.
De bloemen van boekweit zijn zeer aromatisch en trekken veel bijen aan. Er is ook boekweithoning op de markt.
De voordelen van boekweit
Boekweit is glutenvrij. Het bevat veel vitamine B1 en B6, magnesium, kalium en fosfor. Nog een voordeel: het heeft een kleine impact op de bloedsuikerspiegel. Het is vezel- en eiwit rijk, wat het erg interessant maakt voor vegetariërs.