Toen ik 18 was en het ouderlijk huis verliet, besloot ik dat vlees in mijn dieet overbodig was. Ik vond het een discutabele industrie waar ik niet aan mee wilde werken, je kon prima zonder en ik vond vlees ook gewoon verre van lekker.

Dat is nu 28 jaar geleden. Wauw…. dat is wel surrealistisch lang.

Daarom vind ik het des te gekker dat ik ieder jaar opnieuw wordt geconfronteerd met hetzelfde fenomeen. Iedere zomer, op een mooie zonnige dag, als half Nederland de barbecue aansteekt en worsten braadt, steek ik mijn neus in de lucht, snuif eens flink die geur op en denk: “mmm….vlees!”

Pardon?

Wat is het toch, dat een gebraden kippendij mij in iedere situatie volkomen koud laat, maar gooi hem op een grill met houtskool, laat hem stevig verbranden en de carnivoor in mij wordt ineens wakker.

Ongemakkelijke relatie

Als principieel vegetariër heb ik altijd een wat ongemakkelijke relatie gehad met het fenomeen barbecuen, omdat ik meestal de enige was die zich niet met veel graagte stortte op de stapels karbonades, worsten en hamburgers.

Ik voelde me altijd een beetje als de geheelonthouder bij een bourgondische wijnproeverij. Had ik er überhaupt wel wat te zoeken?

En dus was ik het ene moment in excuus-modus, bang om raar gevonden te worden door anderen, het andere moment juist degene met het morele vingertje flink in de lucht. Zelfvoldaan dat ik een zoveel beter mens was dan de ander.

Hoe dan ook was het altijd Zij versus Ik en daarmee ongezellig.

Innerlijke BBQ’er

Maar de afgelopen jaren ben ik daar overheen. Heb ik mijn “innerlijke barbecuer” omarmt, zo je wilt. Me and the BBq, we’re Best Buds!

Want laten we wel wezen, barbecuen is gewoon ontzettend leuk. Sowieso is een mooie dag in ons klimaat vaak reden genoeg voor een feestje. Vervolgens wordt er een fikkie gestookt en ook dat is dikke pret en ruikt al lekker. En dan doe je het meestal gezellig samen, wordt er een biertje bij gedronken en ben je lekker buiten in het zonnetje eten aan het maken. Yup…barbecuen is leuk, ook als je geen vlees eet!

Veel veranderd

In die bijna dertig jaar (nogmaals… surrealistisch) dat ik geen vlees eet is er veel veranderd. Zonder vlees eten is gelukkig niet meer zo uitzonderlijk, hip bijna, en ook veel vleeseters flexitariën af en toe gewoon een dagje. Zelfs een vegaburger uit de supermarkt is inmiddels uitgegroeid van een enkel bakje gepaneerd soja-karton tot een schap vol diversiteit en lekkere opties.

Het ultieme wapen: de beetrootburger

Mijn ultieme geheime wapen om de kloof tussen carnivoren en herbivoren te dichten is toch wel het meenemen van een eigen heerlijke burger. Gelukkig heb ik er eentje waar zelfs de meest verstokte vleeseter nieuwsgierig van wordt; de bietenburger, oftewel: The Bloody Beetrootburger!

Als catering verzorgen me de afgelopen 6 jaren iets heeft geleerd, dan is het dat iedereen houdt van een lekkere sappige bietenburger. Ze zijn dan ook een hit inmiddels, in restaurants, foodblogs, supermarktmagazines, festivals. The beet is ON!

Het recept ervan kon dus niet uitblijven 🙂

The Bloody Beetrootburger (rode bietenburger)

Voor 4 of 5 burgers

• 200 gram gepofte biet,
• 1 tot 130 gram uien, gesnipperd
• 2 eetlepels dille
• 50 gram paneermeel
• 150 gram kikkererwten uit blik, fijngemaakt in de keukenmachine
• twee eetlepels gemalen lijnzaad gemengd met twee eetlepels water
• scheutje olijfolie
• zout en peper
• Optioneel: 90 gram vega-feta à la Stijn

Bereiding:

1. Wikkel de bieten in alufolie met een klein beetje olie. Leg ze een uur tot anderhalf uur in de over tot ze zacht zijn. Schil ze pas na het poffen.
2. Rasp de gepofte biet of maak er hele kleine stukjes van in de keukenmachine. Zorg dat het geen puree wordt. Het is lekker als de burger een beetje een rösti-achtige consistentie heeft.
3. Meng de biet met de uien, dille, paneermeel, kikkererwten, lijnzaad, olie, peper en zout. Verkruimel eventueel de feta en meng deze als laatste grof door het mengsel.
4. Maak burgertjes van ongeveer 125 gram en leg deze op bakpapier op een oventree. Bak de burgers 20 minuten voor in de oven, keer na 10 minuten.
5. Laat ze afkoelen en ze zijn klaar voor de grill. Heerlijk met een beetje vegan mayo met mierikswortel.

Krijg jij al zin om te gaan barbecuen?