Broccoli (Brassica oleracea var. italica) is een groene of paarse bloemkoolachtige van de kruisbloemenfamilie, waarvan vooral de bloemknoppen geliefd zijn. In tegenstelling tot bij bloemkool, zijn de bloemknoppen bij broccoli volledig ontwikkeld,.
De oorsprong van de broccoli is te vinden in Klein-Azië – het huidige Turkije. Omdat de plant evengoed gedijt in mildere klimaatzones, wordt broccoli tegenwoordig op grote schaal verbouwd in Italië en Spanje.
Net als bloemkool kan je broccoli best een halfuur voor bereiding in koud water met zout leggen om kleine insecten te verdrijven.
Niet iedereen weet dat steel en blad net zo geschikt zijn voor consumptie als de bloemknoppen. Meer zelfs: de bladeren bevatten méér caroteen … weggooien is dus zonde.
Als je de broccoli in zijn geheel bereidt, zet je hem rechtop in een pan met gezouten water, zodat de stelen gekookt worden maar de roosjes gestoomd. Snijd eerst het houtachtige uiteinde van de stelen af en afhankelijk van de kwaliteit schil je de buitenste vezels weg. Neem de broccoli uit de pan van zodra de roosjes al dente zijn: hoe zachter en papperiger ze worden, hoe meer ze hun heerlijke smaak en frisse kleur verliezen.
De groente is zeer gezond. Ze is rijk aan vitamine C, ijzer en bètacaroteen en bevat ook foliumzuur en kalium. Trouwens: hoe donkerder de kleur, hoe hoger het gehalte aan bètacaroteen.
Broccoli is moeilijk te bewaren. Na een paar dagen droogt ze uit, vergeelt ze en wordt ze slap en taai. In de koelkast wikkel je ze best in plasticfolie. Bewaring op lange termijn gebeurt zoals bij bloemkool, namelijk door inzuren. Maar je kan broccoli ook invriezen (meerdere maanden), daarvoor blancheer je hem best een paar minuten.