Zeekraal (Salicornia europaea) is een vetplantachtig plantje, met grijsgroene, dikvlezig en cilindervormige stengels die later in het jaar rood aanlopen. Zeekraal is geen zeewiersoort, maar een groente die in kustgebieden groeit en een zoute smaak heeft. Het Latijnse ‘Salicornia’ betekent zouthoorntje, ‘salade de mer’ zeggen de Fransen.
De zeekraal is een ‘halofyt’: een plant die op sterke zouthoudende grond kan leven. De meeste planten kunnen dat niet, de zeekraal wel, hij slaat het zout ergens in zijn gestel op. Daardoor smaakt hij heerlijk zout, naar zee.
Je vindt het vooral op schorren: bij hoog water neemt het het zeewater in zich op en bij eb valt het te oogsten. Volgens de traditie is zeekraal klaar om geplukt te worden op de langste dag. Wat ruimer genomen is zeekraal van half mei tot september te oogsten. Snijd de wortels boven de grond af (niet uittrekken), zodat er weer nieuwe zeekraal aan kan groeien. Jonge zeekraal is lekker rauw. Wat ouder en houtiger kun je het (zo’n 10 minuten) koken en serveren met boter of warme olijfolie. Niet vergeten: GEEN zout toevoegen!
Alvast een recept voor jou: Zeekraal met gemarineerde tofu en rijstsalade >
Wil je graag meer recepten, neem dan zeker eens een kijkje bij onze kookboeken >