Zeewieren, ook wieren of algen genoemd, zijn planten die in de zee groeien. Ze bevatten een indrukwekkende waaier aan voedende bestanddelen: koolhydraten, eiwitten (maar weinig vetten), enzymen, vitaminen, … Voornamelijk door hun rijkdom aan mineralen en spoorelementen zijn ze onmisbaar voor onze gezondheid. Ook hun hoge gehaltes aan calcium en ijzer vallen op. Ze vormen een goede aanvulling tijdens de groei, de zwangerschap en bij borstvoeding, en in geval van bloedarmoede. Ze zijn rijk aan zink en kobalt: kostbare elementen voor ons organisme. Ze bevatten ook jodium: een regulator voor de schildklierwerking. Daarbij helpen ze om zware metalen uit het lichaam af te voeren.
Om te groeien zijn zeewieren afhankelijk van zout water, voldoende licht en een voldoende stevig substraat om aan te hechten. Om de ontelbare soorten met hun vele grillige vormen uit de verschillende wereldzeeën van elkaar te onderscheiden, worden ze ingedeeld op basis van hun kleur: rood, bruin en groen, oftewel de roodwieren (Rhodophyta), de bruinwieren (Phaeophyta) en de groenwieren (Chlorophyta).
In de Aziatiche keuken is zeewier bijzonder populair, veel meer dan in Europa. De macrobiotiek beveelt het gebruik van zeewieren sterk aan: gebruik meedere keren per week een kleine hoeveelheid zeewier, zeker nu onze groenten, door uitputting van de bodem door intensieve landbouw, steeds minder mineralen en spoorelementen bevatten in vergelijking met vroeger.
Je kookt zeewieren best in zo weinig mogelijk water. Gebruik ook het weekwater, want mineralen lossen op in water. Voeg het weekwater langzaam toe, zodat zand en vuil op de bodem blijven liggen. Dat restje weekwater giet je weg.
Het is op tal van manieren klaar te maken, zoals in soepen en salades, dus probeer lustig recepten uit!
Tot slot: zeewier komt ook in bepaalde lichaamsverzorgingsproducten voor.